Aan de raad

 

 

 

Wierden, 30 december 2005

 

Agendapunt

 

 

 

Afschaffing ozb-gebruikersheffing op woningen per 2006 op álle woningen van toepassing te laten zijn, ongeacht of ze in het kader van de Wet waardering onroerende zaken als zelfstandige woning worden aangemerkt of dat ze deel uitmaken van een zogeheten “gemengd object”, zoals een woning met kantoor, een woning met winkel of een boerderij.

 

Bij de heffing van ozb alle type woningen gelijkelijk behandelen.

 

Per 2006 wordt de ozb-gebruikersheffing op woningen afgeschaft. De finale besluitvorming daarover vond plaats in de 1^e Kamer op 20 december j.l.

De afschaffing vloeit voort uit het zogeheten hoofdlijnenakkoord zoals dat is vastgesteld bij het aantreden van het huidig Kabinet. Ze is bedoeld als één van de compenserende onderdelen voor het nieuwe ziektekostenstelsel en de daarmee verband houdende premiestijging.

Voor de gemiddelde woning in Wierden is de afschaffing goed voor een jaarlijkse besparing van rond de € 150.

De ozb wordt geheven op basis van de waarde in het economisch verkeer, zoals die periodiek wordt vastgesteld op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften. Deze regelgeving bepaalt niet alleen hoe de economische waarde wordt vastgesteld, maar ook hoe objecten ten behoeve van die waardebepaling moeten worden afgebakend. In hoofdlijnen wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen woningen en niet-woningen. Daaraan zitten allerhande consequenties, die hier verder onbesproken kunnen blijven. Hier van belang is dat de afschaffing van de ozb-gebruikersheffing aanvankelijk alleen zou gelden voor die objecten die op grond van de Wet waardering onroerende (Wet woz) zaken als woning worden aangemerkt.

Maar niet iedereen woont woz-uitvoeringstechnisch gezien in een woning. Menigeen woont in een woning die deel uitmaakt van een als niet-woning aangemerkt object. Denk aan een woning met kantoor, een woning met winkel of een boerderij. Ook wel “gemengde objecten” genoemd.

Bij amendement van mevrouw De Pater (CDA) besloot de 2^e Kamer de afschaffing alsnog ook voor deze objecten te laten gelden, althans voor het woongedeelte. Gezien echter het late tijdstip van behandeling van de wet besloot de Kamer op voorspraak van de minister rekening te houden met uitvoeringstechnische problemen bij de gemeenten. Daarom werd gekozen voor 2007 als jaar van invoering van deze motie en niet al per 2006.

De problemen waarop hier wordt gedoeld is het moeten uitfilteren van wat bij een gemengd object behoort tot het woningdeel en wat tot het niet-woningdeel. Dat kan, afhankelijk van hoe de vastgoedregistratie is ingericht, de nodige inspanningen vragen om tot een juiste splitsing te komen. Daarvoor toonde de Kamer begrip. Besloten werd gemeenten een jaar de tijd te geven. Wel ging de Kamer akkoord met invoering per 2006 voor die gemeenten die dat zelf wensen. Deze gemeenten staat het vrij om daar een bepaling over op te nemen in de verordening ozb. Bewoners van een gemengd object kunnen in die gemeenten op verzoek, schriftelijk in te dienen binnen 6 weken na dagtekening van het aanslagbiljet 2006, vragen om vermindering van de aanslag ozb voor het woningdeel.

 

De fractie van de Christenunie vindt dat er geen onderscheid gemaakt mag worden in ozb-betalers die in een woning wonen en mensen die wonen in een gemengd object. Gelijke monniken, gelijke kappen. Ook al, omdat zij allen in dezelfde mate te maken krijgen met het nieuwe ziektekostenstelsel. En aangezien de afschaffing van de ozb-gebruikersheffing voor woningen daarmee een rechtstreekse link heeft, kan het niet zo zijn dat de één wel en de ander niet in die zin wordt gecompenseerd. Daarom is het voorstel om ook in Wierden de afschaffing van de ozb-gebruikersheffing voor woningen die deel uitmaken van een “gemengd object” per 2006 te realiseren.

 

Bij de behandeling van de begroting 2006 is door het college becijferd dat de maatregel leidt tot een eenmalige opbrengstderving van afgerond 40.000 euro. Nadien is door de minister aan de 1^e Kamer toegezegd dat hij gemeenten, die de maatregel voor gemengde objecten reeds in 2006 invoeren, financieel zal compenseren. Over de wijze waarop zal nog overleg plaatsvinden. Dat overleg moet overigens nog plaatsvinden voor het geheel van de compensatie van de afschaffing van de gebruikersheffing op woningen. Hoe die compensatie voor individuele gemeenten gaat uitpakken is daarom nog niet bekend. Wel dat de minister heeft toegezegd dat “geen gemeente er op achteruit zal gaan”. Daarmee is tevens duidelijk dat onderhavig voorstel geen specifieke financiële consequenties heeft. De VNG heeft toegezegd over het onderwerp op korte termijn een ledenbrief te sturen. Spoedige gemeentelijke besluitvorming is echter nodig om tijdig, dat wil zeggen bij het versturen van de gemeentelijke aanslagen 2006, tot uitvoering te kunnen overgaan (eind februari 2006).

 

De fractie wil de toepassing niet ophangen aan de verplichting om een schriftelijk verzoek in te dienen. Dat is lastig voor betrokkenen, arbeidsintensief voor het ambtelijk apparaat en leidt tot frustraties wanneer brieven te laat binnen komen. Het voorstel is daarom, om tegelijk met of bij de aanslag ozb 2006, een brief te sturen naar de bewoners van gemengde objecten. Daarin kan worden meegedeeld dat er nog een vermindering op de aanslag zal plaatsvinden naar de waarde van het woningdeel. Het zou mooi zijn om het bedrag van de vermindering  meteen in die brief te zetten. Als dat onverhoopt niet lukt, kan in de brief worden gezet dat de informatie daarover zo spoedig mogelijk wordt nagezonden. Het moet in elk geval duidelijk zijn dat de mensen geen brief hoeven te schrijven, maar dat de vermindering “ambtshalve” meteen of op een later moment in het jaar wordt toegekend.

 

Bijgevoegd concept-wijzigingsverordening ozb 2006 overeenkomstig vast te stellen en door het college van burgemeester en wethouders te laten uitvoeren als in dit voorstel aangegeven.

 

 

 

Fractie CristenUnie Wierden

 

J. Wessels-Jurjens,  K. de Vries,  W.J. Goosen